Akkusativ, in het Duits, het onderwerp -expressie en oefeningen

Duits zelfstandig naamwoord (Akkusativ) hoorcollege en oefeningen voor het 9e leerjaar. Beste vrienden, in onze vorige lessen hebben we de Duitse naam, de e en het woord gezien. Laten we, als u wilt, de -i-vorm van de Duitse naam nog een keer onthouden.



In het Duits worden de namen veranderd in -i door hun artikelen te wijzigen.

Artikeller wordt als volgt gewijzigd:

Artikel "der" Om we deze in-de namen "zegt hij" lidwoord "the" We zullen van vorm veranderen.
Artikel "das" of "die" als er geen verandering wordt aangebracht in het artikel en namen.
In feite blijft het woord "eine" ongewijzigd.
Artikel als "e" wordt gewijzigd door het woord "einen" vorm krijgt. (Der)
In feite blijft het woord "keine" ongewijzigd.
als "kein" wordt gemodificeerd door het woord "keinen" vorm krijgt.

Dus we kunnen kort zeggen; In het Duits heeft de naam-i der artikeli den de vorm, artikeli der voor de namen van de ein en kein artikelen in de vorm van einen en keinen door de vorm aan te nemen van namen worden -i genomen.

Zoals je al weet, werden in de eigendomszin altijd objecten (Akkusativ) getekend.
Voltooi de vrijgekomen plaatsen in de volgende clausules.
Dat wil zeggen, we schrijven artikelen die nodig zijn om objecten in de i te tekenen.



Mogelijk bent u geïnteresseerd in: Wil je de gemakkelijkste en snelste manieren leren om geld te verdienen waar niemand ooit aan heeft gedacht? Originele methoden om geld te verdienen! Bovendien is er geen kapitaal nodig! Voor details KLIK HIER

Akkusativ
Ergänzen Sie mit Artikel, wo nötig

Beispiel: Hast du eine Mikrowelle?
Ja, ich habe eine Mikrowelle.
Nein, ich habe keine Mikrowelle.

a) Hast du ………… Auto?
Ja, ich habe …………. Auto.
Nein, ich habe ……………… Auto.

b) Lijn Markus ……… Fernseher?
Ja, eh lijn. Fernsehen.
Nein, eerder ……… Fernseher.

c) Isst du ………… Eis?
Ja, ich esse …………. Eisen.
Nein, ich esse ……………… Eis.

d) Trinkt Eva ………… Kaffee?
Ja, sie trinkt …………. Kaffee.
Nein, sie trinkt ……………… Kaffee.

e) Hast du ………… Computer?
Ja, ich habe …………. Computer.
Nein, ich habe ……………… Computer.

f) Nimmst du ………… .. Cola?
Ja, ich nehme …………. Cole.
Nein, ich nehme ……………… Cola.

g) Haben sie ………… Videocamera?
Ja, sie haben …………. Videokamera.
Nein, sie haben ……………… Videocamera.

i) Trinkst du ……… .. Glas Wein?
Ja, ich trinke …………. Glas Wein.
Nein, ich trinke ……………… Wein.

j) Nimmt Claudia Kart .. Kartoffeln?
Ja, sie nimmt …………. Kartoffeln.
Nein, sie nimmt ……………… Kartoffeln.

k) Magst du ………… Tee?
Ja, ich mag …………… .. Tee.
Nein, ich mag ………………. Tea.

l) Kauft Silvia Fax .. Fax-Gerät?
Ja, sie kauft …………. Fax-Geräte.
Nein, sie kauft ……………… Fax-Gerät.



Deze vind je misschien ook leuk
Toon opmerkingen (3)