Vormen van zelfstandige naamwoorden in de Duitse onderwerpquiz
1. Welke van de volgende kan een woord zijn, zowel in de nominatieve vorm als in de -i-vorm?
2. Welke van de volgende is een woord in de naamval -i?
3. Welke van de volgende is een woord in de naamval -i?
4. Welke van de woorden 1:Mann 2:Mensch 3:Lehrer 4:Liebe 5:Student 6:Kind heeft een speciale status in zelfstandige naamwoorden?
5. Welke van de onderstaande wijzigingen is niet geldig voor de -i-vorm van het zelfstandig naamwoord?
6. 1:ein Lehrer 2:die Frau 3:eine Katze 4:das Kind 5:der Bruder 6:der Frau Welke van de woorden is absoluut niet -i?
7. Welke van de volgende is een woord in de -e vorm?
8. Welke van de volgende is een woord in de -e vorm?
9. Welke van de volgende is een woord in de -e vorm?
10. Welke van de volgende staat niet in de -e-vorm?
11. Welke van de veranderingen voor de -e vorm van het zelfstandig naamwoord is onjuist?
12. Welke van de volgende staat niet in de -e-vorm?
13. In welke gevallen verandert het die artikel in der?
14. In welke situaties wordt der lidwoord das?
15. Welke van de gegeven transformaties voor de -e vorm van het zelfstandig naamwoord is onjuist?
16. Welke van de zelfstandige naamwoorden heeft zowel de -e als de -in vorm?
17. Hoe maak je de vorm van eigennamen?
Auteursrecht © almancax