Duitse algemene concepttest

1. Welke van de volgende woorden heeft de verkeerde betekenis?
A. Mann - mens
B. Haus - school
C. Soort - kind
D. Frau - vrouw

2. Welke van de volgende woorden heeft de verkeerde betekenis?
A. deur - Type
B. boek - Buch
C. automobiel - Mensch
D. bloem - Blume

3. Welke van de volgende woorden heeft een onjuist lidwoord?
A.die Frau
B. das Mensch
C.die Blume
D. der Vis

4. Welke van de volgende woorden heeft een onjuist lidwoord?
A. der Stuhl
B. der Sessel
C. das Auto
D. das Tisch

5. Welke van de volgende woorden moet het artikel "sterven" hebben?
A. Kuh
B. Weib
C. Soort
D.Stuhl

6. Welke van de volgende woorden is "mannelijk"?
A. Rose
B Sonne
C. Soort
D. februari

7. Welk lidwoord wordt gebruikt met zelfstandige naamwoorden in het meervoud?
a. zegt
B. sterven
C.das
D. een

8. Welke van de volgende woorden heeft de verkeerde betekenis?
A. Februari - februari
B. Montag - markt
C. Dienstag - dinsdag
D. Zomer-zomer

9. Welk nummer is verkeerd gespeld?
A. 303 - drei hundert drei
B. 3033 - drei tausend drei en dreissig
C. 3333 - drei tausend drei hundert drei en dreizehn
D. 333 - drei honderden drei en dreissig